dorpshuwelijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dorps·hu·we·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van dorp en huwelijk met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dorpshuwelijk | dorpshuwelijken |
verkleinwoord | dorpshuwelijkje | dorpshuwelijkjes |
Zelfstandig naamwoord
het dorpshuwelijk o
- een huwelijk dat gevierd wordt door het volledige dorp
- Vroeger waren dorpshuwelijken meer gewoon.
Gangbaarheid
- Het woord 'dorpshuwelijk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.