doorvloeiden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- door·vloei·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorvloeien |
doorvloeiden
- meervoud verleden tijd van doorvloeien
- Wij doorvloeiden.
- Jullie doorvloeiden.
- Zij doorvloeiden.
- Wij doorvloeiden.
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorvloeien |
doorvloeiden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van doorvloeien
- ...dat wij doorvloeiden.
- ...dat jullie doorvloeiden.
- ...dat zij doorvloeiden.
- ...dat wij doorvloeiden.