doorgang

Uit WikiWoordenboek
Een doorgang in het poortencomplex van de vesting op Akrokorinthos op Wikipedia (nl)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • door·gang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doorgang doorgangen
verkleinwoord doorgangetje doorgangetjes

Zelfstandig naamwoord

de doorgangm

  1. opening waar men doorheen kan gaan
    • In een deel van deze heuvels moest zich een doorgang bevinden die naar de Vallei der Dwaasheid leidde. [2] 
  2. gelegenheid door te gaan
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 114
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be