dool

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dool

Werkwoord

vervoeging van
dolen

dool

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dolen
    • Ik dool. 
  2. gebiedende wijs van dolen
    • Dool! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dolen
    • Dool je? 

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be