discutabel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·cu·ta·bel
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen discutabel discutabeler discutabelst
verbogen discutabele discutabelere discutabelste
partitief discutabels discutabelers -

Bijvoeglijk naamwoord

discutabel [2]

  1. vatbaar voor kritiek
    • Zijn er bedrijven die desondanks toch willen adverteren op de discutabele sites dan moet dit uiteraard kunnen. Ook hier geldt de vrijheid van meningsuiting. Er zijn nog altijd de consumenten die met hun koopgedrag deze keuze kunnen corrigeren. Maar zo’n carte blanche gaat niet op voor de overheid. Het ministerie van Defensie is met zijn wervingscampagnes voor de verschillende krijgsmachtonderdelen prominent aanwezig op de sites van GeenStijl en Dumpert. De reden is dat de doelgroep van Defensie – er worden jaarlijks 4000 nieuwe militairen gezocht – deze sites veel bezoekt. Maar dat mag nooit het hele verhaal zijn.[3] 
    • Logisch beschouwd is het echter moeilijk vol te houden dat Democraten voor de muur van Trump zouden moeten zijn omdat ze in 2006 voor het hek stemden. Het hek staat er nu, dus een nieuwe miljardeninvestering in een muur is discutabel. Temeer omdat er grote onduidelijkheden bestaan over het project, onder meer over de onteigening van privégrond, de uiteindelijke kosten en wie daarvoor opdraait. De Democraten in het Congres schreven daarom in een brief dat „er reële zorgen bestaan dat de regering, simpel gezegd, geen plan heeft voor de bouw van de grensmuur”.[4]  
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen