dimlicht

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dim·licht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dimlicht dimlichten
verkleinwoord dimlichtje dimlichtjes

Zelfstandig naamwoord

het dimlichto

  1. (verkeer) de verlichting van een voertuig dat bedoeld is om de weg voor het voertuig te verlichten zonder dat daarbij de bestuurders in tegemoetkomende voertuigen te verblinden.
    • Toen de tegenligger er aan kwam werd gauw overgeschakeld van grootlicht naar dimlicht om deze niet te verblinden. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be