digestief
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- di·ges·tief
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van digestie met het achtervoegsel -ief
- afgeleid van het Franse digestif of daarvoor van het Latijnse 'dīgestivus'
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | digestief | digestieven |
verkleinwoord | digestiefje | digestiefjes |
Zelfstandig naamwoord
het digestief o
Vertalingen
1. middel dat
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | digestief | digestiever | digestiefst |
verbogen | digestieve | digestievere | digestiefste |
partitief | digestiefs | digestievers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
digestief
- (medisch) met betrekking tot de spijsvertering
- de spijsvertering bevorderend
Vertalingen
1. met betrekking tot de spijsvertering
Gangbaarheid
- Het woord digestief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "digestief" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -ief in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Voeding in het Nederlands
- Drinken in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 87 %
- Prevalentie Vlaanderen 90 %