diabetoloog
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: diabetoloog (hulp, bestand)
Woordafbreking
- di·a·be·to·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | diabetoloog | diabetologen |
verkleinwoord | diabetoloogje | diabetoloogjes |
Zelfstandig naamwoord
de diabetoloog m
- (medisch) (beroep) iemand die zich bezig houdt met de wetenschap aangaande suikerziekte
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'diabetoloog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.