detonator

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·to·na·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord detonator detonators
detonatoren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de detonatorm

  1. een hulpmiddel om een op zichzelf stabiel explosief, te laten ontploffen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
72 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen