desinfectans
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- des·in·fec·tans
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘ontsmettingsmiddel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1942 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | desinfectans | desinfectantia |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het desinfectans o
- (medisch) ziektekiemdodend middel
Synoniemen
Vertalingen
1. ziektekiemdodend middel
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord desinfectans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.