desajuste
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- de·sa·jus·te
enkelvoud | meervoud |
---|---|
desajuste | desajustes |
Zelfstandig naamwoord
desajuste m
Werkwoord
vervoeging van |
---|
desajustar |
desajuste
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desajustar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desajustar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desajustar
vervoeging van |
---|
desajustarse |
desajuste
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desajustarse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desajustarse
- gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van desajustarse
Verwijzingen
- desajuste in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española