derrie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- der·rie
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘onderste van een veenlaag; modderachtig vuil’ voor het eerst aangetroffen in 1343.[1]
- erfwoord: Naast Zaans derg ‘drijvend eiland van riet of veen’; Middelnederlands dari, darich, ontwikkeld uit Oergermaans *þarha(n)-, misschien bij Indo-Europees *terḱ ~ torḱ, waartoe ook Litouws ter̃šti ‘bevuilen; bemodderen; hooi en gras verspreiden’ behoort.[2][3] Evenals Noors tar(r)e ‘zeewier; drijfhout’.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | derrie | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (geologie) de diepe, donkerkleurige veenlaag
- iets wat heel vies en smerig is lijkend op stront, braaksel of andere viezigheid
- Het internet, dat biedt zoveel kansen. Oké, je krijgt ‘ook een heleboel derrie’ over je heen. Maar excessen worden aangepakt, zoals vorige week toen de Amsterdamse politierechter allerlei racistische uitingen tegen Sylvana Simons moest beoordelen. Alleen aansprakelijkheid van Google zélf of Facebook, nee, dat is nog niet goed denkbaar.[5]
- Zo werd Van Oostveens toezegging aan Blind een vervloekte verstrengeling na het ontslag van Guus Hiddink. Maar van Blind noch Van Oostveen werd afscheid genomen na het EK-echec. Blind mag de mede door hem in de modder gestuurde kar Oranje zodoende zelf uit de derrie trekken, met de aanzienlijke taak om het Nederlands elftal naar het WK 2018 in Rusland te loodsen. [6]
- ▸ Ik verloor een schoen in de zuigende modder, en mijn in kous gestoken voet zakte diep en met een soppend geluid weg in de derrie.[7]
Synoniemen
- [1]: zwarte
- [2]: blubber, stront, viezigheid, drek, schijt, bagger, slijk, smurrie, prut, kliederboel, modder
Gangbaarheid
- Het woord derrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "derrie" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
28 % | van de Vlamingen.[8] |
Verwijzingen
- ↑ "derrie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ derrie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Kroonen, Guus, Etymological Dictionary of Proto-Germanic, Leiden: Brill, 2013; blz. 535
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Folkert Jensma 22 april 2017
- ↑ NRC Bart Hinke 30 augustus 2016
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be