denkrichting

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  denkrichting    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• denk·rich·ting

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  denk zn  en  richting zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	denkrichting	denkrichtingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de denkrichting v

1. opvattingen van een persoon of van een groep ten aanzien van een bepaalde kwestie

   ▸ Sonnemans is verbaasd over de commotie: "De Korte kende de nieuwe denkrichting. De komende periode zullen we onze koers aan alle betrokkenen verduidelijken."

   ▸ Het zou de risico's voor de banken verminderen. Voor de consument zou het kunnen betekenen dat de hypotheekrente iets daalt, denkt de VEH, maar hoe en wanneer het ingevoerd moet worden, is nog niet bekend. Dat wordt pas duidelijk als het rapport, dat nu nog geheim is, wordt gepubliceerd. "Misschien wordt het als een suggestie geopperd en is het een denkrichting."

   ▸ Een woordvoerder van de provincie benadrukt dat het vooralsnog gaat om een denkrichting. Er zijn nog geen concrete plannen over een nieuw Waddeneiland. "We hebben zelfs nog niet gesproken met baggeraars", zegt de woordvoerder.

Synoniemen

• neiging, tendens, stroming, gezindheid

Gangbaarheid

• Het woord denkrichting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.