denaturaliseren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·na·tu·ra·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse dénaturaliser (met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -iseren)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
denaturaliseren |
denaturaliseerde |
gedenaturaliseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
denaturaliseren
- overgankelijk (juridisch) het staatsburgerschap ontnemen aan
Antoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord denaturaliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 15
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel de- in het Nederlands
- Achtervoegsel -iseren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Juridisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal