demonen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·mo·nen

Zelfstandig naamwoord

de demonenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord demon
  2. meervoud van het zelfstandig naamwoord demoon
     Er is niemand anders in jouw hoofd. Jij stelt de vragen zelf, demonen bestaan niet. Jij bent jouw eigen demon.[1]
Synoniemen

Verwijzingen