deles
Deens
Woordafbreking
- de·les
Werkwoord
deles
- lijdende vorm in de tegenwoordige tijd van dele
Zelfstandig naamwoord
deles, mv
- onbepaalde vorm genitief meervoud van del
Noors
Woordafbreking
- de·les
Werkwoord
deles
- lijdende vorm van dele