dehydrateert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- de·hy·dra·teert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
dehydrateren |
dehydrateert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dehydrateren
- Jij dehydrateert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dehydrateren
- Hij dehydrateert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dehydrateren
- Dehydrateert!