deeltje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • deel·tje
Woordherkomst en -opbouw
[2] enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord deeltje deeltjes

Zelfstandig naamwoord

het deeltjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord deel
    • Ik heb het laatste deeltje uit de serie nog niet gelezen. 
  2. (natuurkunde) onderdeel van een atoom
    • Een neutrino is een deeltje waarvan men dacht dat het geen massa had. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen