decanteren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: decanteren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- de·can·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘afgieten’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
- afgeleid van het Franse décanter (met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
decanteren |
decanteerde |
gedecanteerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
decanteren
- overgankelijk het afgieten van een vloeistof nadat de vaste stof in de vloeistof bezonken is
Verwante begrippen
Vertalingen
1. het afgieten van een vloeistof nadat de vaste stof in de vloeistof bezonken is
Gangbaarheid
- Het woord decanteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "decanteren" herkend door:
82 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "decanteren" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ decanteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel de- in het Nederlands
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 82 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %