debriefen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·brie·fen
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engelse werkwoord debrief
  • afgeleid van brief met het voorvoegsel de- en met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
debriefen
debriefde
debriefte
gedebriefd
gedebrieft
zwak -t

zwak -d

volledig

Werkwoord

debriefen

  1. overgankelijk (militair) na een missie, m.n. een militaire missie, psychologische ondersteuning bieden
  2. overgankelijk nabespreken, evalueren
Verwante begrippen

Gangbaarheid

79 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be