debatteren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van debatteren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		debatteren			te debatteren
	toekomend		zullen debatteren			te zullen debatteren
voltooid	tegenwoordig		hebben gedebatteerd			te hebben gedebatteerd
	toekomend		gedebatteerd zullen hebben			gedebatteerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	debatterend		gedebatteerd			ev. debatteer	mv. verouderd debatteert	debattere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	debatteer	debatteert	debatteert	debatteert	debatteert	debatteren	debatteren	debatteren
verleden (o.v.t.)	debatteerde	debatteerde	debatteerde	debatteerde	debatteerde	debatteerden	debatteerden	debatteerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal debatteren	zult/zal debatteren	zult/zal debatteren	zult debatteren	zal debatteren	zullen debatteren	zullen debatteren	zullen debatteren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou debatteren	zou debatteren	zou(dt) debatteren	zoudt debatteren	zou debatteren	zouden debatteren	zouden debatteren	zouden debatteren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gedebatteerd	hebt gedebatteerd	hebt/heeft gedebatteerd	hebt gedebatteerd	heeft gedebatteerd	hebben gedebatteerd	hebben gedebatteerd	hebben gedebatteerd
verleden (v.v.t.)	had gedebatteerd	had gedebatteerd	had gedebatteerd	hadt gedebatteerd	had gedebatteerd	hadden gedebatteerd	hadden gedebatteerd	hadden gedebatteerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gedebatteerd hebben	zal/zult gedebatteerd hebben	zult/zal gedebatteerd hebben	zult gedebatteerd hebben	zal gedebatteerd hebben	zullen gedebatteerd hebben	zullen gedebatteerd hebben	zullen gedebatteerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gedebatteerd hebben	zou gedebatteerd hebben	zou/zoudt gedebatteerd hebben	zoudt gedebatteerd hebben	zou gedebatteerd hebben	zouden gedebatteerd hebben	zouden gedebatteerd hebben	zouden gedebatteerd hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gedebatteerd worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gedebatteerd				er is gedebatteerd
verleden	er werd gedebatteerd				er was gedebatteerd
toekomend	er zal gedebatteerd worden				er zal gedebatteerd zijn
voorwaardelijk	er zou gedebatteerd worden				er zou gedebatteerd zijn