databank
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- da·ta·bank
Woordherkomst en -opbouw
- contaminatie van het Engelse database en het Nederlandse gegevensbank
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | databank | databanken |
verkleinwoord | databankje | databankjes |
Zelfstandig naamwoord
- (informatica) een plaats waar informatie over bepaalde onderwerpen in digitale vorm verzameld, opgeslagen en geconsulteerd kan worden
- Dit beheersysteem zit gekoppeld aan een databank met MySQL.
- Als je wilt werken met big data heb je grote databaken nodig.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord databank staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "databank" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be