dadaïsme
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- da·da·is·me
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kunstrichting’ voor het eerst aangetroffen in 1923 [1]
- afgeleid van het Franse 'dada' (stokpaardje) met het achtervoegsel -isme [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dadaïsme | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het dadaïsme o
- (kunst) kunststroming ontstaan in 1916, die alle betrekking tussen de gedachte en de uitdrukking ervan wilde opheffen
- In de omringende landen was er al sinds de jaren twintig van de vorige eeuw een opleving gaande: er waren daar stromingen zoals het dadaïsme, dat in Nederland nog niet echt was 'aangeslagen'.[3]
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord dadaïsme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "dadaïsme" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "dadaïsme" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Dickjan Braggaar, Nederlandse letterkunde voor dummies, 2006, p. 256
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be