dachten door

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dach·ten door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doordenken

dachten door

  1. meervoud verleden tijd van doordenken
    • Wij dachten door. 
    • Jullie dachten door. 
    • Zij dachten door. 
Verwante begrippen


Gangbaarheid