dépasse

Uit WikiWoordenboek

Frans

Werkwoord

vervoeging van
dépasser

dépasse

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van dépasser
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van dépasser
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van dépasser