cytoloog

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  cytoloog    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• cy·to·loog

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van cyto met het achtervoegsel -loog

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	cytoloog	cytologen
verkleinwoord	cytoloogje	cytoloogjes

Zelfstandig naamwoord

de cytoloog m

1. (biologie) wetenschapper van de celleer
2. (medisch) (beroep) beoefenaar van de celdiagnostiek

Hyperoniemen

• cytologisch, cytologie

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord cytoloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.