cybercafé

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cy·ber·ca·fé
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cybercafé cybercafés
verkleinwoord cybercafeetje cybercafeetjes

Zelfstandig naamwoord

het cybercaféo

  1. (informatica) café waarin men toegang heeft tot internet, internetcafé
    • nu veel horecagelegenheden een gratis WIFI toegang hebben en vele mensen over smartphones beschikken is er steeds minder behoefte aan het cybercafé 
Vertalingen

zie internetcafé

Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be