curva

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • cur·va
enkelvoud meervoud
curva curvas

Zelfstandig naamwoord

curva v

  1. (wiskunde) kromme
  2. bocht

Werkwoord

vervoeging van
curvar

curva

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van curvar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van curvar
vervoeging van
curvarse

curva

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van curvarse

Verwijzingen