cracker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

cracker
Uitspraak
Woordafbreking
  • crac·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘droge biscuit’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1950 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord cracker crackers
verkleinwoord crackertje crackertjes

Zelfstandig naamwoord

de crackerm

  1. een soort biscuit die is ontstaan als vorm van scheepsbeschuit
    • De eerste echte cracker ontstond toen een andere bakker uit Massachusetts, Josiah Bent, in 1801 een beschuitje aanbrandde in zijn steenoven. Het krakend geluid dat dit maakte inspireerde tot de naam cracker (Engels voor kraker). 

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen