coöptatie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·op·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord coöptatie coöptaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de coöptatiev [3]

  1. verkiezing van nieuwe leden door de reeds aanwezige leden
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

46 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen