consequent

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·se·quent
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen consequent consequenter consequentst
verbogen consequente consequentere consequentste
partitief consequents consequenters -

Bijvoeglijk naamwoord

consequent

  1. logisch handelend dat overeenkomt met voorafgaande gedachte, toezegging of handeling
    • Hij paste consequent alle hem bekende wiskundige regels toe op de examenvraagstukken en haalde zo een ruime voldoende. 
  2. dingen doen die passen bij de zaken die je eerder gezegd hebt
    • Pas sinds het begin van de 21e eeuw wordt in Griekenland een consequente definitie en bijhorende ontwerpeisen van autosnelwegen gebruikt, te beginnen toegepast op de realisatie van de A6 en de A2. 
     Zij grossierde niet bepaald in vormen. Met haar benige, tanige en uitgemergelde gestalte was zij meer iemand van duidelijke en consequente lijnen. Maar zij was in haar etherische hardheid onmiskenbaar fascinerend.[4]
  3. zich voorspelbaar herhalend
    • Hij komt consequent een kwartier te laat op zijn werk. 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen