complotteur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: complotteur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- com·plot·teur
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van complotteren met het achtervoegsel -eur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | complotteur | complotteurs |
verkleinwoord | complotteurtje | complotteurtjes |
Zelfstandig naamwoord
- iemand die complotteert, een samenzweerder
Gangbaarheid
- Het woord 'complotteur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.