compileerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- com·pi·leer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
compileren |
compileerden
- meervoud verleden tijd van compileren
- Wij compileerden.
- Jullie compileerden.
- Zij compileerden.
- Wij compileerden.
vervoeging van |
---|
compileren |
compileerden