comparitie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·pa·ri·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘verschijning voor notaris’ voor het eerst aangetroffen in 1584.[1]
  • Leenwoord uit Middelfrans comparucion, comparition, geleerde ontlening aan middeleeuws Latijn comparitio, afleiding van Latijn comparēre ‘verschijnen’.[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord comparitie comparities
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de comparitiev [3]

  1. (juridisch) verschijning van een partij (comparant) voor een notaris of rechtbank
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Verwijzingen

Gangbaarheid