colloïde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • col·loï·de, col·lo·ide
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘stof die fijn verdeeld in vloeistof zit’ voor het eerst aangetroffen in 1886 [1]
  • afgeleid van het Grieks 'kolla' (lijm) met het achtervoegsel -oïde [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord colloïde colloïden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

colloïde m en o [3]

  1. (scheikunde) een zeer fijne (lijmachtige) dispersie van de ene fase in de andere die het midden houdt tussen een echte oplossing en een suspensie
    • Bij het voorzichtig reduceren van een verdunde oplossing van HAuCl4 ontstaat een colloïde van gouddeeltjes. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Vertalingen

Gangbaarheid

60 % van de Nederlanders;
67 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

Zelfstandig naamwoord

colloïde

  1. (scheikunde) colloïde.