collietje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • [1] col·li·tje
  • [2] col·lie·tje

Zelfstandig naamwoord

het collietjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord colli
  2. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord collie