collectiviseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- col·lec·ti·vi·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
collectiviseren |
collectiviseerden
- meervoud verleden tijd van collectiviseren
- Wij collectiviseerden.
- Jullie collectiviseerden.
- Zij collectiviseerden.
- Wij collectiviseerden.