cirkels
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cir·kels
Zelfstandig naamwoord
de cirkels mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord cirkel
- ▸ Haar geest werd ruw losgekoppeld, hartstocht nam de controle over haar lichaam over. Terwijl zijn vingertoppen op verkenning gingen, draaide zijn tong trage cirkels rond haar tepel.[1]