caudillo

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cau·dil·lo
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Spaans, in de betekenis van ‘militair-politiek leider’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord caudillo caudillo's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de caudillom

  1. (militair) (politiek) dictatoriaal, autoritair leider, meestal afkomstig uit het leger
Vertalingen

Gangbaarheid

22 % van de Nederlanders;
27 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen