catechiseren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ca·te·chi·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse catéchiser (met het achtervoegsel -iseren) [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
catechiseren |
catechiseerde |
gecatechiseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
catechiseren [2]
- inergatief (religie) (onderwijs) godsdienstonderwijs geven
- Er wordt daar wekelijks gecatechiseerd.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord catechiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -iseren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Inergatief werkwoord in het Nederlands
- Religie in het Nederlands
- Onderwijs in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal