camcorder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

camcorder
Uitspraak
Woordafbreking
  • cam·cor·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘apparaat voor beeld- en geluidsopnamen’ voor het eerst aangetroffen in 1982 [1]
  • samenvoeging van CAMera en reCORDER [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord camcorder camcorders
verkleinwoord camcordertje camcordertjes

Zelfstandig naamwoord

de camcorderm

  1. videocamera met ingebouwde videorecorder
    • De titel van de 2Doc-documentaire A Syrian Love Story (BBC/EO) klonk vrolijk, maar bleek diep ironisch, het verhaal diep tragisch. Onafhankelijk filmer Sean McAllister was in 2011 in Syrië, het was een andere tijd. De Brit was door het regime uitgenodigd om te komen kijken naar toeristische trekpleisters. Hij wist, hij voelde dat er nog iets anders aan de hand was: er waren politieke gevangenen, dáár moest zijn film over gaan. Op een nacht in een bar ontmoette hij Amer, beschonken. McAllister filmde hem met zijn simpele camcorder, in Damascus op de kop getikt. Amer vertelde over zijn „sterke vrouw” die in een Syrische gevangenis zat omdat ze de revolutionairen steunde, hijzelf was een „zwakke man”. McAllister had zijn verhaal.[3] 
    • Snowboarden, basejumpen, paragliden, parachutespringen of kittens redden uit een brandend huis. Wie zichzelf graag al doende filmt, klikt een GoPro-camera aan board, helm of arm vast en klaar. Spectaculaire beelden gegarandeerd, met een flinke kans om viral te gaan op internet. Vandaag komt het Amerikaanse GoPro, waarvan de naam min of meer synoniem is geworden voor de persoonlijke digitale camcorder die tegen een stootje kan, met kwartaalcijfers. Die zijn naar verwachting erg goed. En toch zou het bedrijf het wel eens flink lastig kunnen gaan krijgen.[4]  
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen