calculatoren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: calculatoren (hulp, bestand)
- IPA: /ˌkɑlkylaˈtorən/
Woordafbreking
- cal·cu·la·to·ren
Zelfstandig naamwoord
de calculatoren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord calculator
Synoniemen
- calculators (minder formeel)