caddie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cad·die
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘drager van golfsticks’ voor het eerst aangetroffen in 1917 [1]
- van het Engelse 'caddy'
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | caddie | caddies |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de caddie m
- boodschappenwagentje in een supermarkt
- (sport) (beroep) iemand die bij het golfspel de clubs draagt (en de speler ook soms raad geeft)
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord caddie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "caddie" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "caddie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be