burl
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- burl
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
burlen |
burl
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van burlen
- Ik burl.
- gebiedende wijs van burlen
- Burl!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van burlen
- Burl je?
Gangbaarheid
- Het woord burl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Engels
Uitspraak
Woordafbreking
- burl
Woordherkomst en -opbouw
- van Middelengels burle "knoop of weeffout in textiel" dat via Oudfrans bouril / bourril / bourre teruggaat op middeleeuws Latijn burra "ruw haar, pluk wol"
enkelvoud | meervoud |
---|---|
burl | burls |
Zelfstandig naamwoord
burl
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 of 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 4
- Woorden in het Engels met audioweergave
- Woorden in het Engels met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Engels