bulkcarrier
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bulkcarrier (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbʏlkɛrijər / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- bulk·car·ri·er
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘vrachtschip voor los gestorte lading’ voor het eerst aangetroffen in 1968 [1]
- van Engels bulk carrier [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bulkcarrier | bulkcarriers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de bulkcarrier m
- (scheepvaart) vrachtschip voor soorten lading die los in het ruim gestort wordt
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bulkcarrier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.