buitenkleur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: buitenkleur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bui·ten·kleur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buiten en kleur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenkleur | buitenkleuren |
verkleinwoord | buitenkleurtje | buitenkleurtjes |
Zelfstandig naamwoord
- gelaatskleur van een individu dat veel buiten is
Gangbaarheid
- Het woord buitenkleur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.