btw

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • btw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord btw -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de btwv

  1. (initiaalwoord) omzetbelasting die een ondernemer betaald over de verkoopprijs, waarbij hij de belasting die deel uitmaakte van zijn inkoopprijzen weer mag aftrekken
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be