bruschetta

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Een schaal met bruschetta's
Uitspraak
Woordafbreking
  • brus·chet·ta
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bruschetta bruschetta's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bruschettav

  1. (kookkunst) dun plakje geroosterd of gegrild brood, het liefst ingewreven met een teentje knoflook
    • Een wat modernere variant van het klassieke Melbatoastje is de Italiaanse bruschetta: dunne plakjes geroosterd of gegrild brood, het liefst ingewreven met een teentje knoflook. [1] 
    • Vandaag beginnen we met een hapje vooraf, een antipasti zo u wilt, van pesto van zongedroogde tomaten die u overal op kunt smeren of bij kunt gebruiken, bijvoorbeeld met bruschetta, in een verse tomatensaus en in sladressings. [2] 
    • Heerlijk met een paar sneeën geroosterd volkoren speltbrood. Met een verse groene salade erbij heb je een complete maaltijd. Voor de extra smaak kun je je broodjes besmeren met bruschetta of pesto. [3] 
    • In de keuken wordt ondertussen hard gewerkt om de bezoekers te voorzien van bruschetta’s en bescheiden kommetjes risotto met worst. [4] 

Gangbaarheid

74 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad Gerdien Sterk 28-12-2007 Lekker eten op een lange avond
  2. NRC Sam de Voogt 26 maart 2019 Pesto gedroogde tomaten
  3. De Telegraaf 18 feb. 2017 Hollandse pompoensoep
  4. De Telegraaf 04 aug. 2018 Rome nog romantischer
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be