brott

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • brott
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord brot
Naar frequentie > 50000
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   brott     brottet     brott     brotta
brottene  
genitief   brotts     brottets     brotts     brottas
brottenes  

Zelfstandig naamwoord

[A] brott o

  1. breuk, doorbraak
  2. (figuurlijk) afbreuk, breuk
  3. overtreding
  4. groeve
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

brott,

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van brott

Zelfstandig naamwoord

[B] brott o

  1. branding
  2. brokstuk, fragment
  3. scherf
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1]: seile gjennom brott og brann
door de branding varen

Zelfstandig naamwoord

brott,

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van brott