brokkelig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- brok·ke·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | brokkelig | brokkeliger | brokkeligst |
verbogen | brokkelige | brokkeligere | brokkeligste |
partitief | brokkeligs | brokkeligers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
brokkelig
- dat iets niet stevig is doordat er makkelijk stukken van afbreken
- Toen ik het brokkelige koekje at vielen er veel kruimels op de grond.
- verweerd
- Ik kon niet goed lopen op het brokkelige bergpad.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord brokkelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "brokkelig" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be